Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Daarom bid ik, dat gij niet [29]vertraagt in mijn verdrukkingen [30]voor u, [31]hetwelke is uw heerlijkheid. 29. Het Griekse woord betekent eigenlijk verergeren, of door enig kwaad verslappen; zie Gal.6:9; en is ene gelijkenis van degenen, die door een ijver den loop beginnen, en enige zwarigheden voor zich ziende, wijken of vertragen, uit vrees van daarin te vallen. 30. Dat is, om uwentwil; of, om u een voorbeeld van standvastigheid in het geloof te zijn. Zie de aantekeningen vs.1. 31. Dat is, hierin bestaat uwe heerlijkheid, namelijk dat gij niet vertraagt, horende deze mijne verdrukkingen.